De generalist speelt pro-actieve in op de ontwikkelingen in de wijk. Daarbij sluit hij aan bij de eigen kracht van de burger. Samen wordt bekeken wie in het eigen netwerk een rol kan spelen in het oplossen van een hulpvraag. De generalist is een goede teamspeler, correcte doorverwijzer en overziet het gehele speelveld. Wij onderscheiden twee grondhoudingen van waaruit de generalist werkt:
1. Reflectie & bekwaamheid: Wat neem je mee?
De achtergrond en ervaring die de generalist kan inzetten
2. Handelen & regisseren: Wat zet je in?
Actief aansluiten bij vragen van burgers, zonder het over te nemen


Ontwikkelvragen van de generalist:
– Hoe houd ik mijn eigen vakkennis en specialisatie op peil?
– Hoe houd ik verbinding met mijn thuisorganisatie? Welke handelingsvrijheid krijg ik vanuit daar?
– Wie vertegenwoordig ik nu eigenlijk: mijn thuisorganisatie, het wijkteam of de gemeente?
– Ik werk al volgens Eigen Kracht. Ik wil leren wanneer en in welke mate ik het kan inzetten?
– Waar kan ik welke specialistische hulp inschakelen?
Definitie & competenties
De gangbare definitie van de generalist:
Iemand die verbindt tussen de leefwereld van burgers en de institutionele wereld, maar ook tussen professionals onderling en burgers onderling, met een sterke nadruk op empowerment (Scholte, Sprinkhuizen & Zuithof, 2012)
Enkele competenties van de generalist zijn:
Samenwerken: verbinding leggen en kennis delen met het eigen team, het voorveld, specialistische hulpverlening, de burger en het gezin.
Pro-actief: signaleert actief kansen en zet deze om in concrete acties in het belang van het welzijn van de burger (outreachend)
Onafhankelijk: denkt los van bestaande zorgketens en organisaties en stelt het belang van de burger en gezin voorop. Startpunt is de vraag van de burger in het gezin.
Integraal. De werkuitvoering is gericht op een samenhangende aanpak van de vraag van de burger.
Doorpakken. Het bewaken van het proces zonder aan te modderen. De moed hebben om de juiste hulp in te schakelen.